Hij is 68 jaar en werkt nog steeds met veel plezier en overgave in zijn eigen bedrijf. Soms iets te veel overgave misschien. Maar daar werkt hij aan. De enthousiaste Ton Bosma realiseert zich namelijk dat het ook heel anders had kunnen lopen. In 2010 gooiden verstopte kransslagaders roet in het eten. ‘Ineens besef je: als ik niet af en toe de handrem erop gooi, gaat het mis.’
Ton Bosma is een drukke baas die vol passie zijn bedrijf laat zien. Werkkleding, schoonloopmatten, lockers, handdoekautomaten: bedrijven kunnen voor allerlei producten bij hem terecht. Hij is trots op het bedrijf dat hij helemaal zelf opbouwde en waar zijn zoon en schoondochter nu langzaam het stokje overnemen. Langzaam, want Ton is nog niet klaar met werken. ‘Ik heb er nog veel te veel plezier in. En waarom zou ik dan stoppen? Ja okee, ik ben wel hartpatiënt, maar daar denk ik niet te veel over na. Er kan altijd wat gebeuren, ook als er niks aan je rikketik mankeert.’
Niet zeuren
Die rikketik begon in 2010 te protesteren. Ton kreeg vage klachten: vermoeidheid en pijn in de borst. ‘Niet zeuren, gewoon doorzetten, dacht ik.’ Hij liep er twee jaar mee rond, voordat hij in het ziekenhuis terechtkwam. De diagnose? Twee kransslagaders die voor 90 procent dichtzaten. ‘Dan schrik je wel even.’ Hij werd gekatheteriseerd en lag op de operatietafel om gedotterd te worden. Halverwege kwam dokter Royaards erechter achter dat dit niet de beste behandeling zou zijn. ‘Terug op de kamer kwam hij naast me zitten en zei: ‘Ik begrijp je emotie, maar ik beloof je: je krijgt er 25 jaar bij’. De afstandelijkheid die ik van dokters gewend was, had hij helemaal niet. Ik was meteen gerustgesteld.’
Vertrouwen
Na een aantal slechte ervaringen was het voor Ton moeilijk om een arts weer voor honderd procent te vertrouwen. ‘Je legt je leven in iemands handen en als diegene dat vertrouwen dan schaadt, is het verrekte lastig om dat te herstellen. Door zijn manier van werken heeft dokter Royaards mij het vertrouwen weer volledig teruggegeven. Dat vind ik heel waardevol. Het zijn de kleine dingen die het doen. Een stukje aandacht en benadering. Dat kost niets, maar levert zoveel op.’
Met ruim 300 dotterbehandelingen per jaar redt interventiecardioloog dokter Kees-Jan Royaards dagelijks levens. Voor hem bijna routinewerk, maar belangrijke momenten in het leven van zijn patiënten. ‘Daar moet je oog voor houden. Je mag mensen een tweede kans geven; dat blijft bijzonder.’
In het geval van vernauwde kransslagaders kan dokter Royaards met een dotterbehandeling snel ingrijpen. Hij werkt gemiddeld twee dagen per week in het Spijkenisse Medisch Centrum. Op de andere dagen is hij te vinden in het Maasstad Ziekenhuis. Een perfecte combi, vindt hij: ‘We gebruiken elkaars sterke punten en maken er één geheel van. Als je 350 patiënten per jaar behandelt, is het soms wat minder persoonlijk. Juist daarom is de samenwerking met het Spijkenisse Medisch Centrum zo sterk. De combinatie van poliklinisch werk en meer ingewikkelde behandelingen maakt het leuk en houdt je scherp.’
Tweede kans
Als aanvullend onderzoek nodig is, is het mogelijk om – afhankelijk van de voorkeur van de patiënt – te verwijzen naar het Van Weel-Bethesda, Ikazia of Maasstad Ziekenhuis. De meeste patiënten die hij doorverwijst naar het Maasstad Ziekenhuis voor aanvullend onderzoek, behandelt dokter Royaards zelf. ‘Hoewel ze dan in een ander ziekenhuis zijn, is er nog steeds een vertrouwd gezicht. Het is toch fijn als er in een groter ziekenhuis een dokter is die je kent en die je in de gaten houdt.’ Mensen na een aantal jaar terugzien blijft voor hem een van de leukste aspecten van zijn vak. ‘Een hartinfarct is een cruciaal moment in iemands leven. Hoeveel operaties ik ook doe, voor degene die ik behandel, is het een keerpunt. Mensen voelen vaak dat ze een tweede kans gekregen hebben. Ik mag ze daar verder in begeleiden. Dat is mooi om te doen.’
Meedenken
De relatie met zijn patiënten probeert hij vooral laagdrempelig te houden. ‘Als dokter ben ik niet de tegenpartij. Ik ben eerder de meedenkende vriend. Dat vind ik erg belangrijk. Ik ben ook maar een mens; ik heb alleen toevallig wat meer kennis van hartproblemen. De dokter die zegt hoe het moet, is niet meer van deze tijd. De patiënt bepaalt uiteindelijk zelf. We zitten samen aan tafel met hetzelfde doel.’
Reageer op dit artikel