In de laatste levensjaren is het van belang om zorgvuldig met tijd om te gaan. Dat kan als je weet wat voor iemand belangrijk is en je op zijn of haar wensen en behoeften kunt aansluiten. Dat is wat zorgverleners van het Jeroen Bosch Ziekenhuis willen. Zodat ze weten wie je in die laatste jaren je graag nabij wil hebben, waar en van wie je zorg wil ontvangen en op welke plaats je uiteindelijk wil sterven.
‘Over de eindigheid van ons leven denken we niet graag na’, zegt Trudy van Wijnen, verpleegkundig specialist palliatieve zorg bij thuiszorgorganisatie STMR en lid van het Palliatieve Team in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. ‘Maar het is belangrijk om dat wél te doen. Om je af te vragen en uit te spreken wat je wel – en vooral ook níét – wilt wanneer genezing niet meer mogelijk is.
Gesprek aangaan
‘Het zit in de mens om de dood zo ver mogelijk weg te schuiven’, zegt ze. ‘Aan de andere kant willen we de regie zo lang mogelijk in eigen hand houden en tot het einde zo fijn mogelijk leven. Daarom is het zo belangrijk dat mensen nadenken over wat ze wel en niet willen in hun laatste levensjaren.’
Spreken over het levenseinde is volgens Trudy nooit gemakkelijk. ‘Ruim een jaar kom ik bij Eveline Janssen. Ze had eigenlijk nog maar een korte levensverwachting, maar is er nog steeds. Dat roept iedere keer weer vragen op bij haar en haar partner rondom het levenseinde. Wat kan nog wel en wat kan niet? We zijn iedere keer de doelen aan het bijstellen en dat brengt ook emoties met zich mee.’
Beleving van het ziek zijn
Trudy: ‘In de gesprekken die ik met mensen voer, gaat het over de beleving van het ziek zijn. Ik probeer vooral te spiegelen en zeg wat ik zie, bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat u erg moe bent’ of ‘U bent wel érg ziek…’. Zo kom ik gaandeweg op de vragen die ik altijd stel: ‘Hoe denkt u dat het de komende tijd zal gaan?’ en ‘Wat wilt u beslist niet meemaken?’ En dan hoor je bijvoorbeeld dat iemand zo graag zijn dochter, die ver weg woont, wil zien. Of dat mensen graag ’s nachts hulp willen. Dat ze bang zijn om alleen te zijn. Of angst hebben voor pijn en benauwdheid.’
‘Je confronteert iemand met het einde. Iedereen snapt dat dat geen gemakkelijke gesprekken zijn. Het gaat me goed af, omdat ik er veel ervaring in heb en omdat ik weet dat de meeste mensen het fijn vinden om hun verhaal te vertellen. Ze kunnen hun wensen en verwachtingen uitspreken, waardoor er meer rust komt rond de stervensfase. Ook voor nabestaanden is dit belangrijk, want zij weten nu hoe deze fase kan verlopen en dat helpt in het proces van afscheid nemen, verwerking en rouw.’
Leave a reply →
Reageer op dit artikel