Vorige week werd ik ge-appt door een verre nicht van mij. ‘Het gaat niet zo goed met mij. Ik wil graag een afspraak maken met jou als coach’, viel ze met de deur in huis. Ik voelde een beetje verdriet. Ze was familie! Waarom wist ik niet dat het niet goed met haar ging? Waarom wilde ze me als coach inschakelen, en vroeg ze niet gewoon mijn hulp als nicht? Ik appte terug dat ze altijd in de praktijk terecht kon, maar dat ik er ook graag als nicht voor haar wilde zijn. Of ze zin had in een wandeling?
Later die week dacht ik erover na. Hoe vaak ik ook in mijn praktijk zie dat mensen alleen ploeteren, niet om hulp of een luisterend oor vragen, en niet in overleg gaan als iets hen dwarszit. Ze bijten op hun tanden en zetten de schouders er nog eens extra onder. Ze komen niet eens op het idee om hulp te vragen. Het is een onderdeel van bijna alle verhalen die ik hoor. Zowel praktisch als emotioneel: we doen het allemaal alleen. Hulp vragen doen we pas als het water ons tot de lippen staat. En zelfs dan betalen we nog liever iemand voor hulp dan dat we een vraag stellen aan onze familie en vrienden.
Maatschappelijke factoren spelen een rol. Een individuele samenleving creëert competitie, vergelijken, sociale ‘ranking’, en daarmee ook angst voor elkaar. Tel daarbij op de sociale druk om ‘optimaal te genieten’, ’alles uit het leven te halen’ en de illusie van maakbaarheid. Zo’n cultuur moedigt niet aan om hulp te vragen.
Daarnaast spelen individuele factoren een rol. Een vraag stellen of een wens uitspreken betekent ook dat je ‘nee’ kunt krijgen. Dat voelt voor veel mensen kwetsbaar. Als een afwijzing. Dat gevoel gaan we liever uit de weg. En de ander zou eens mogen denken dat je het niet alleen kan. Wat zegt dat over jou? Misschien dat je zwak bent, incapabel, incompetent?
Deze gevoelens, die we allemaal in een bepaalde mate herkennen, hebben niks te maken met het ‘hier en nu’. Nu zijn we volwassen. Afwijzing is jammer, maar doet ons als volwassenen geen kwaad meer. Hetzelfde geldt voor gevoelens van incompetentie of zwakte. Dit zijn gevoelens uit onze kindertijd, die in het ‘hier en nu’ getriggerd worden. Voor een kind zijn afwijzing en gevoelens van ‘niet goed genoeg zijn’ gevaarlijk. Stel je voor dat er niet meer voor je gezorgd wordt. Nu vóélt het soms nog net zo pijnlijk als toen, maar de realiteit is dat we het inmiddels prima aankunnen. We kunnen onszelf kalmeren en dragen. We weten: gevoelens komen en gevoelens gaan. Door er (onterecht dus) bang voor te zijn, doen we onszelf en elkaar tekort.
Een derde factor is ‘hoe we het gewend zijn’. Als je groot wordt met boodschappen als ‘je moet je niet laten kennen’, ‘je moet je vuile was niet buiten hangen’ en ‘je eigen boontjes doppen’ sturen deze boodschappen ongemerkt je gedrag aan. Zo ontstaan de gedragspatronen waarvan wij zeggen ‘zo ben ik nou eenmaal’. Maar dat is gelukkig niet zo. Het is alleen maar wat je gewend bent om te doen. Door bewust te kiezen, kun je patronen veranderen.
Het is fijn om te helpen. Het versterkt relaties. Als ik jou mag helpen, ben ik van betekenis voor jou, en dat geeft betekenis aan onze relatie. Het is leuk om zo handen en voeten te geven aan onze betrokkenheid bij elkaar. Er ontstaat verbondenheid. En twee weten meer dan één. Door samen te werken of wederzijds te helpen, verbreedt ieder haar horizon.
Als je om hulp vraagt, neem je verantwoordelijkheid voor de oplossing, in plaats van slachtoffer te zijn van het probleem. Als je om hulp vraagt, geef je een goed voorbeeld aan de volgende generatie. Als je om hulp vraagt, maak je je eigen welzijn prioriteit. Door je eigen welzijn belangrijk te maken, vergroot je je zelfrespect, waardoor je gemakkelijker om hulp vraagt, waarmee je je eigen welzijn belangrijk maakt, waardoor je je zelfrespect vergroot…
En mijn nicht? Ze was na mijn reactie gaan wandelen met een vriendin. Ze appte me dat ‘de druk wel van de ketel’ was en dat ze meer overzicht had. Volgende week gaan we samen eten.
Over Marije
Marije Zuidervaart is coach, en relatie- en gezinscoach in Amersfoort.
Coaching kan helpen als er iets niet werkt in jouw/jullie leven of gezin. Marije werkt met gevoelens, gedachten en overtuigingen, en lichaamsgericht. Eventueel plaatst ze je vraag in contextueel perspectief. Dat betekent onder andere dat er aandacht is voor dat wat je hebt opgedaan in je gezin van herkomst, en hoe je daarmee verder kan. En je bent altijd welkom om iemand die voor jou belangrijk is mee te nemen naar de gesprekken.
Reageer op dit artikel