Een goed functionerend spijsverteringssysteem hangt af van een goede mobiliteit, doorbloeding en zenuwfunctie in de buikregio. Klachten kunnen ontstaan als een van deze aspecten verstoord is. Verkeerde voeding, ontstekingen, intoleranties, medicijngebruik, ziekte of operaties kunnen ervoor zorgen dat de mobiliteit van de darmen en de omliggende organen wordt verstoord. Als bijvoorbeeld de hoek tussen dikke en dunne darm niet goed beweegt, kan dat obstipatie veroorzaken. En een verminderde mobiliteit van de lever en alvleesklier verandert de zuurgraad in de darmen. Hierdoor ontstaan verteringsproblemen, wat kan leiden tot buikpijn, winderigheid, opgezette buik, obstipatie, diarree, wisselende stoelgang en ontlasting.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen ‘allergie’ en ’intolerantie’. Een allergie is een aandoening waarbij zeer heftige (en zelfs dodelijke) reacties kunnen optreden. Bij een intolerantie kan het lichaam bepaalde voedingsstoffen niet goed verwerken, wat in de darmwand kan leiden tot ontstekingen. Dit kan een ‘lek’ veroorzaken: er worden stoffen doorgelaten in de bloedbaan die normaal tegengehouden worden. Hierdoor wordt het immuunsysteem geactiveerd, wat een verstoorde reactie geeft. Als de darm (en lever en nieren) afvalstoffen niet voldoende kan afvoeren, spreekt het lichaam de andere uitscheidingsorganen aan. De huid, longen, bij- en voorhoofdsholtes kunnen hierdoor ook overbelast raken, wat zich uit in allerlei klachten. Symptomen hiervan zijn dezelfde als bij gewone darmklachten, maar doordat het slijmvlies van de darm in verband staat met het slijmvlies in de luchtwegen, geeft dit ook (chronische) verkoudheid en oorontstekingen. Eczeem, hoofdpijn, vermoeidheid en concentratieproblemen zijn andere symptomen van intolerantie.
Osteopathische aanpak
Een osteopaat gaat op zoek naar de oorsprong van de klacht en gaat hierbij op zoek naar de bewegingsverliezen in het lichaam. Om darmklachten op te lossen, is de mobiliteit van de organen van het spijsverteringsstelsel met hun omringende bindweefselvliezen heel belangrijk. Wanneer deze beweeglijkheid verminderd is, komt de aanvoer van vers bloed in het gedrang en kan het weefsel zijn afvalstoffen niet goed kwijt. Dat heeft een negatief effect op de functie van het spijsverteringssysteem. De zenuwen die de productie van allerlei maag- en darmsappen reguleren, moeten ook goed kunnen bewegen. De volgende plaatsen worden daarom gecontroleerd op hun mobiliteit: de schedelbasis, de nek en hals, de borstkas en het middenrif, de lage rug en het heiligbeen.
Door deze beperkingen op te lossen in combinatie met de juiste voeding, kan de darmwand weer herstellen. Na een aantal behandelingen verminderen of verdwijnen de klachten en voelt de patiënt zich aanzienlijk beter.
Reageer op dit artikel