We spreken in zinnen die bestaan uit woorden, lettergrepen en letters. Elke letter heeft zijn eigen klank. Woorden bestaan uit verschillende klanken achter elkaar. Door het verkeerd uitspreken van een letter of combinaties ervan, krijgen woorden een andere betekenis (kip – tip / konijn – tonijn).

Kunnen zeggen wat je zeggen wilt en begrijpen wat er gezegd wordt, is belangrijk voor een kind. Leren praten gaat met vallen en opstaan. Plezier in praten is een belangrijke voorwaarde om het goed te leren. Wanneer er iets misgaat, kan dit gevolgen hebben voor de verdere ontwikkeling van een kind. Goed kunnen communiceren is namelijk nodig als je contact wilt maken. Als jij je als ouder zorgen maakt, dan kun je bij de Praatmaat Groep terecht voor vragen of een gratis adviesgesprek.

Taalontwikkelingsstoornis
Vijf procent van de bevolking heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS); in de hersenen van deze mensen wordt taal minder goed verwerkt. Mensen met TOS hebben bijvoorbeeld moeite met praten of het begrijpen van taal. Het gaat hier niet om het leren van een tweede taal, maar om het verwerven van de moedertaal. TOS op tijd signaleren is van groot belang.
De taalontwikkeling noem je vertraagd wanneer een jong kind in zijn taal duidelijk achterblijft. Hij spreekt in enkele woorden of korte zinnen en zijn omgeving vindt het lastig om het kind te verstaan en te begrijpen. Soms begrijpt het kind niet goed wat er wordt gezegd. Dat het kind talig achterblijft, kan samenhangen met andere stoornissen, maar het kan ook zijn dat er geen duidelijke oorzaak voor wordt gevonden. Als het kind door de omgeving niet wordt begrepen en het kan zich niet goed uiten, kan dit tot gedragsproblemen leiden: het kind wordt soms opstandig en driftig of het gaat zich juist steeds meer terugtrekken. Ook het leren op school kan moeizamer verlopen. Raadpleeg een logopedist als jij je zorgen maakt. Hoe eerder je bij TOS begint met de juiste behandeling, hoe beter.

Meertaligheid
Wil jij jouw kind tweetalig opvoeden? Dan is het belangrijk om de talen te verdelen: bijvoorbeeld moeder spreekt de ene taal en vader de andere. Zorg er daarbij voor dat je de taal van je hart spreekt: dus de taal die jij het beste beheerst. Het is ook handig om af te spreken in welke situaties welke taal wordt gesproken. Probeer het bovendien gelijk te verdelen. Als het kind eenmaal naar school gaat, dan kun je beslissen om thuis helemaal geen Nederlands meer te spreken, zodat de verdeling gelijk blijft. In de toekomst kan meertaligheid de ontwikkeling van het kind ten goede komen. Maar, als de ontwikkeling van de moedertaal niet goed verloopt, zal het leren van een tweede taal ook moeilijker gaan. Als het kind de taalregels van de moedertaal nog onvoldoende kent, kan het deze ook onvoldoende toepassen in een tweede taal.