Veel mensen hebben een verhaal bij eten. Gooi het woord ‘suddervlees’ of ‘draadjesvlees’ in de groep en je hebt twintig verhalen. Iedereen heeft bovendien zijn eigen recept voor het maken van suddervlees. Dit is het recept van Marije. Hoe maak jíj het?

Benodigdheden:

bakproduct (olie, margarine)
ui
sucadelappen
Franse mosterd
runderbouillonblokjes
water
peper
zout
azijn
knoflook

Er staan bewust geen hoeveelheden. Neem zoveel als nodig is voor je gezin of eetgezelschap. Wat over is, is de dag erna nóg lekkerder.

Bereiding:

Snijd de uitjes in blokjes of reepjes en bak ze (op middelmatig vuur) glazig in je favoriete bakproduct, in een ruime braadpan.

Besprenkel ondertussen de sucadelappen met peper en zout en smeer ze daarna royaal in met mosterd.

Als de uitjes glazig zijn, haal je ze uit de pan. Zet ze even weg in een kommetje of bakje.

Vul het bakproduct in de pan een beetje aan en zorg ervoor dat het goed heet wordt, zonder dat het verbrandt. Schroei de sucadelappen aan alle kanten dicht. Als ze een beetje bruin zijn, mag het vuur laag.

Doe de uien er weer bij en wat knoflook.

Blus het geheel af met water; zoveel, dat de lapjes nét niet helemaal onder water staan.

Doe er bouillonblokjes bij. Heb je er een halve liter water in gedaan, dan is één genoeg. Verder per halve liter een blokje extra.

Doe er een aantal laurierblaadjes bij en een scheutje azijn.

Zorg dat het geheel weer gaat koken en laat het daarna lekker doorpruttelen op laag vuur. Bij een pond sucadelappen is het vlees lekker als het minimaal twee uur heeft gestaan. Nog lekkerder wordt het als het vier uur of meer heeft staan pruttelen. Schep af en toe het vlees om, zodat het bovenste niet droog wordt. Als er te veel water is verdampt, kun je rustig bijvullen. Proef af en toe even met een schone vork. Goed blazen!